Naast de familie Sievez woont Henk Wielheesen, een jongen wie het spreken altijd moeilijk is afgegaan, en die bevriend is met zoon Ruben. Henk is nog jong als hij wordt overgeleverd aan de grillen van zijn stiefmoeder, en het is door toedoen van het buurgezin dat hij in veiligheid wordt gebracht. Als de stiefmoeder op gruwelijke wijze sterft, komt Henk werken in de kas van vader Sievez.
Jan Siebelink volgt Henks eenvoudige leven, dat zich voornamelijk op het erf van zijn huis afspeelt. 'Henk Wielheesen stond aan het hek, met de haan afwisselend op zijn hand of schouder. Op dit moment schoof het dier heen en weer over zijn arm en hand. Het pikte met snelle bewegingen onder zijn vleugels.' In De buurjongen lezen we een heel leven, tot aan de dood, in kleine en veelzeggende details.