Het is 1899, de vooravond van de twintigste eeuw, en de stad New York is nog nooit zo fascinerend geweest. Chava is een golem, een door haar meester uit klei gemaakte vrouw. Ahmad is een djinn, een wezen van vuur, geboren in de Syrische woestijn. De golem en de djinn vertelt het onvergetelijke verhaal van twee bovennatuurlijke wezens die in 1899 afzonderlijk van elkaar in New York aankomen. Ze worstelen met het vinden van hun weg in de nieuwe, vreemde omgeving, maar een gedeeld lot brengt hen samen. Dit caleidoscopische en betoverende verhaal verweeft historische fictie met magische fabels uit de Joodse en Arabische traditie.