Tegen het einde van de negentiende eeuw verbleven de revolutionaire Franse dichters Arthur Rimbaud en Paul Verlaine in Londen. Gevlucht voor het oproer dat ontstond na het neerslaan van de Commune van Parijs in 1871, waren ze op zoek naar een nieuw leven, een nieuwe liefde en een nieuwe poëzie. In Engeland beleven Rimbaud en Verlaine de hoogtepunten van hun stormachtige en noodlottige affaire, maar ze groeien er ook langzaam uit elkaar, verteerd door schuld en ambitie.
In De haas en de regenboog laat Paul Claes een nieuw licht schijnen op deze ophefmakende romance. In een kleurrijke, van speelsheid doordrenkte taal schetst hij een historisch beeld van een mislukte politieke, literaire en persoonlijke revolutie. Deze roman is, naast een waarheidsgetrouw verslag van het seizoen in de hel, een prachtige vertelling over de dieptes van de literatuur en de liefde.