De zestienjarige Elwood Curtis werkt hard, haalt goede cijfers op school en is verzekerd van een plek op het plaatselijke college voor kleurlingen in zijn thuisstad Tallahassee, de hoofdstad van Florida. Het zijn de beginjaren van de burgerrechtenbeweging, en Elwood gaat zijn toekomst vol vertrouwen tegemoet. Totdat hij vanwege een onschuldige vergissing op de Nickel Academy belandt, en zijn dromen wreed verstoord worden. Nickel is een tuchtschool, en Nickel is de hel op aarde. Met name de zwarte jongens worden aan het sadisme van hun witte bewakers uitgeleverd. Misbruik, marteling en corruptie zijn aan de orde van de dag; voor het minste vergrijp worden de jongens ‘naar achteren’ gebracht – vanwaar ze nooit meer terugkomen. In deze gruwelkamer is er voor Elwood één houvast: zijn vriend Turner, die door het leven gehard is en geen enkele ambitie koestert, behalve ontsnappen uit Nickel.