Wanneer wij de toename van de wereldbevolking in combinatie met de welvaartsgroei bekijken, worden de gevolgen voor het klimaat heel concreet. Als een kwart van de mensheid via een smartphone toegang tot internet zou hebben, is de energiebehoefte niet meer te bevredigen. De ijskappen smelten en wij moeten onze dijken aanzienlijk verhogen wanneer in China, India of Afrika een kwart van de families een auto zou bezitten, of de Chinezen elke week een keer rundvlees willen eten. Wat is in dit conflict moreel handelen? En is een mensén klimaatvriendelijke oplossing wel te realiseren?
Van Druenen plaatst de discussie in historisch perspectief en noemt een aantal denkers die al eeuwen geleden de uiterste consequenties wisten te benoemen en daarom nog steeds worden verketterd. In zijn met verrassende inzichten onderbouwde argumentatie kiest hij voor een pragmatische positie tussen gelovigen en ontkenners.