Moebdi verlaat Nederland om in zijn geboortestreek op zoek te gaan naar een bruid. Hij is een goede partij en huwbare meisjes zijn er genoeg. Maar toch gaat op deze zoektocht alles mis wat mis kan gaan. Hoffelijkheid en fatsoen verliezen het altijd van zijn lust en droombeelden als Moebdi meisjes benadert. Niet alleen de vergeefse queeste naar de ware ontmoedigt hem, ook de hardheid en de lelijkheid van de stad stellen hem teleur. Hij vindt troost bij een ezel, met wie hij het liefst de bergen in trekt om een te zijn met de natuur. Toch geeft hij niet op. Ergens moeten het geluk en de liefde op hem wachten.