Inmiddels bevinden de Romeinse veroveraars zich in een benauwde positie. Het lukt ze maar niet de wrede Albanen overtuigend te verslaan, die keer op keer uitvallen doen over de grens en die dorpen en nederzettingen brandschatten. Die situatie zet Cahir, de koning van de Dalraidian, gevangen tussen twee vuren. Machteloos moet hij toezien hoe zijn volk door de bezetter wordt onderworpen en geknecht.
Wanneer Minna en Cian in Cahirs vesting aankomen, wordt Minna onverwacht een onbekend geestespad gewaar. Zodra haar duidelijk wordt dat haar lot onverbrekelijk verbonden is met dat van de inmiddels ernstig gewond geraakte koning Cahir, beseft ze dat het antwoord op haar vragen alleen op het geestespad te vinden is.