1988: geruchten over een revolutie waaien rond in de droge wind. Binnen niet al te lange tijd, en door de ogen van drie verschillende vrouwen, zullen we Somalië zien breken. De negenjarige Dego heeft het vluchtelingenkamp waar ze is geboren verlaten, naar de stad gelokt met de belofte van een nieuw paar schoenen. Kawsar, een eenzame weduwe, is aan haar huis gekluisterd nadat ze vreselijk is mishandeld door de politie. En Filsan, een jonge vrouwelijke soldaat, is vanuit Mogadishu naar het noorden getrokken om de rebellen tegen te houden die aan een opmars bezig zijn. Terwijl hun land uit elkaar valt door een burgeroorlog, raken de levens van deze drie vrouwen met elkaar verbonden.
'Nadifa Mohamed schrijft compact, wonderschoon en met een lichte pen. Haar kracht zit in hoe ze schrijft over vrouwen en hun relaties tot elkaar [...] Het verdriet van haar personages raakt je als lezer diep. Dit is een roman die het verdient om gelezen te worden.' - Literary Review