Thomas en Mathis groeien op in een idyllische, landerige omgeving. Als eeneiige tweeling begrijpen ze elkaar woordeloos en hebben ze geen andere speelkameraden nodig. Maar naarmate ze ouder worden, tekenen ook de verschillen tussen hen zich steeds duidelijker af. Waar Mathis uitgroeit tot een grote, fitte vent, blijft Thomas klein, spastisch en gebonden aan zijn bed en rolstoel.
Terwijl Thomas het grootste deel van de dag op bed ligt, trekt Mathis de wijde wereld in. Als fotograaf bezoekt hij de plekken waar Thomas hardop over droomt. Terwijl Mathis op zijn reis steeds vaker geconfronteerd wordt met de verplichtingen die hij tegenover zijn broer voelt, is Thomas op zichzelf aangewezen. In hem groeien onontdekte krachten.