Sebastian Rudd is geen gewone advocaat. Hij werkt vanuit een kogelvrije bestelbus die helemaal aan zijn eisen is aangepast, compleet met internet, bar, koelkastje, comfortabele leren stoelen, geheim wapenvak en een zwaarbewapende chauffeur. Hij heeft geen kantoor, geen partners en slechts één werknemer: zijn chauffeur die ook fungeert als zijn bodyguard, juridisch assistent, vertrouweling en golfcaddy. Hij woont alleen in een klein, maar goed beveiligd appartement, en zijn voornaamste meubelstuk is een ouderwetse pooltafel. Hij drinkt goede cognac en is gewapend.
Sebastian verdedigt mensen die andere advocaten nooit als cliënt zouden accepteren: een drugsverslaafde; een knul met tattoos die volgens zeggen lid is van een satanische sekte en wordt beschuldigd van het verkrachten en vermoorden van twee meisjes; een terdoodveroordeelde gangster; een huiseigenaar die is gearresteerd omdat hij schoot op een SWAT-team dat ten onrechte zijn huis binnendrong. Waarom deze cliënten? Omdat hij vindt dat iedereen recht heeft op een eerlijk proces, zelfs als hij, Sebastian Rudd, moet bedriegen om dat voor elkaar te krijgen. Hij heeft de pest aan onrechtvaardigheid; hij houdt niet van verzekeringsmaatschappijen, banken en grote ondernemingen; hij wantrouwt alle overheidsinstanties en lacht om de ethische voorschriften die binnen het juridische systeem gelden.
Sebastian Rudd is een van Grishams kleurrijkste, extravagantste en levendigst beschreven hoofdpersonen ooit. De verdediging is levensecht, humoristisch en onmogelijk weg te leggen. Dit is John Grisham op zijn best.