Arthur C. Clarke schreef naast wetenschappelijke werken een groot aantal verhalen en romans die een heel eigen visie op de toekomst laten zien, en waarin de zee en haar bewoners een zeer grote plaats inneemt. In Dolfijneneiland komen deze drie kanten van zijn schrijverschap op unieke wijze tot hun recht: hoofdpersoon is de van huis weggelopen Johnny die als verstekeling midden op de oceaan schipbreuk lijdt en dan door dolfijnen wordt gered. Hij maakt op een eiland kennis met professor Kazan die er zelfs voor een 21ste-eeuwse wetenschapsman verrassende opvattingen op na houdt en door wiens toedoen communicatie met de dolfijnen en met hun aartsvijanden mogelijk is geworden...