Raffael, zelfverzekerd en charismatisch, en Moritz, gevoelig en loyaal. Sinds hun eerste ontmoeting als jonge kinderen zijn de jongens onafscheidelijk. Moritz en zijn moeder Marie zijn nieuw in het eenzame bergdorp en Marie zou blij moeten zijn met de vriendschap. Maar ze vertrouwt Raffael niet, met zijn makkelijke glimlach en ijskoude blauwe ogen. Wanneer Johanna bij de twee vrienden op school komt ontstaat er een fatale driehoek, die de vriendschap onder druk zet tot hij met een knal uit elkaar spat.
Zestien jaar later staat Raffael op een avond plotseling bij Moritz voor de deur. Nog één keer zal alles op het spel gezet worden.