De plaats die wij mensen innemen in de enorme kosmos kan soms ronduit onbeduidend aanvoelen. Daarom proberen we er iets van te begrijpen en onze plaats daarin te duiden. De afstand van de planeten en de sterren tot de aarde is moeilijk voor te stellen. De oude Chinezen bouwden stenen torens om de sterren van dichterbij te kunnen bekijken. Een natuurlijke reactie als je bedenkt dat wij geen ervaring hebben met de enorme afstanden in de ruimte. Inmiddels hebben we door mathematische en technologische kennis een enorme schat aan informatie over het heelal, maar wat weten we nu echt? Waar komt het universum vandaan en gaat het ergens heen? Wat is de aard van het begrip tijd? En kunnen we ook terug in de tijd? In 1988 gaf Uitgeverij Bert Bakker het zeer succesvolle Het heelal uit, met Stephen Hawkings ideeën over de oorsprong van het heelal. In Een korte geschiedenis van de tijd heeft Hawking samen met journalist Leonard Mlodinov geprobeerd om de inhoud van dat boek te actualiseren en voor een nog breder publiek toegankelijk te maken. In korte hoofdstukken, voorzien van prachtige illustraties, wordt het ontstaan van het heelal voor niet-wetenschappers op een aansprekende manier aanschouwelijk gemaakt. [in kader:] De pers over Het heelal: 'Aantrekkelijk en helder. Een schitterend en geniaal boek.' the new yorker 'Dit boek is een mengeling van kinderlijke verbazing en het intellect van een genie. We reizen door Hawkings universum, ons verbazend over zijn brein.' the sunday times