Het alom gelauwerde Een les voor het sterven beschrijft de relatie tussen een jonge zwarte man op death row en zijn docent in het Amerika van de jaren veertig.
Als de zwarte jongeman Jefferson ter dood veroordeeld wordt nadat hij ten onrechte beschuldigd is van de moord op een blanke cafehouder, neemt dorpsleraar Grant Wiggins onder druk van zijn omgeving de taak op zich om hem op death row te begeleiden. Wiggins is een bittere, voor een Afro-Amerikaan maximaal opgeleide man. Hij verzet zich in stilte tegen zowel de segregatie, in het besef daar niets aan te kunnen veranderen, als tegen zijn eigen achtergrond. De maar matig vrome intellectueel die liever James Joyce leest dan de Bijbel haat zijn baan en koestert een diepgeworteld wrok jegens zijn culturele en sociale erfenis, zonder dat hij bij machte is om die te veranderen. Zijn ingehouden woede komt er pas uit als hij een tweetal mulatten racistische taal hoort uitslaan in een kroeg en hen bijna vermoordt.
Sinds zijn advocaat hem 'een varken' noemde tijdens zijn verdediging, is Jefferson zichzelf als zodanig gaan beschouwen. Zijn peetmoeder Miss Emma wil echter dat hij als een man zijn dood tegemoet zal treden. Aan de lessen van de vrome, simpele dorpspastoor heeft Jefferson weinig. Wiggins weet hem echter, ondanks zichzelf, uiteindelijk te doen inzien dat hij een volwaardig mens is en hem op te trekken uit zijn depressie en zelfhaat.
Een les voor het sterven is een aangrijpende vertelling over het gesegregeerde Amerika van de jaren veertig, een icoon uit het Afro-Amerikaanse schrijven van grootmeester Ernest J. Gaines.