Ove is negenenvijftig jaar oud. Hij rijdt Saab. Mensen noemen hem 'de bittere buurman'. Maar Ove is niet bitter, hij gromt alleen een beetje, en hij heeft inderdaad niet steevast een glimlach op zijn gezicht. Als hij het ergens niet mee eens is, dan zegt hij dat. Vooral tegen zijn onmiddellijke omgeving, in de wijk waarin hij woont. Hij en zijn vrouw Sonja waren de eerste bewoners, samen met hun vrienden Rune en Anita. Elke ochtend loopt Ove een inspectierondje in zijn buurt. Hij verzet fietsen, controleert de inhoud van afvalbakken, ook al is hij al jaren geen voorzitter meer van de buurtbewonersgroep. Maar achter deze pedante facade schuilt een verhaal, een verdrietig verhaal. Als de pas gearriveerde nieuwe overburen op een ochtend per ongeluk zijn brievenbus pletten, vormt dat het begin van een komisch en hartverwarmend verhaal over onverwachte vriendschap, ongekamde katten en de kunst van het achteruitrijden met een caravan.