Een schrijver zwerft door Brussel. Die stad was ooit de droom van zijn jeugd, nu is het de locatie van zijn hel. Zijn tochten worden dwaalwegen, zijn cirkels alsmaar kleiner. Hij wordt gevolgd door zijn engelbewaarder, zijn ideale lezer die meer van hem weet dan hij zelf.
De schrijver wilde ooit de afschuwelijke waarheid onder woorden brengen, de volkomen zinloosheid van het leven. Nu ondergaat hij die waarheid en probeert hij er onderuit te komen. De engelbewaarder wil zich via een biografie ontgiften.
In deze fascinerende roman schetst Willem Otterspeer op genadeloze wijze het laatste jaar van een schrijver, en de totale onttakeling van een schrijverschap. Een ontgifting is de intense evocatie van de knellende omhelzing van een biograaf en zijn onderwerp.