April 2010. Door de uitbarsting van de Ijslandse vulkaan Eyafjallajökull strandt jazztrompettist Lucas Lels op het vliegveld van New York. Erg vindt hij dat niet, na de teleurstellingen van de afgelopen week. Zijn gelatenheid verandert door een telefoontje uit Maastricht: oom Louis is dood.
Herinneringen aan de stiekeme bezoeken bij Louis voeren Lucas terug naar zijn jeugd: het fatale auto-ongeluk waarbij zijn ouders omkwamen, de kille opvoeding door zijn grootvader, de liefde voor de trompet die hem nu lijkt te ontglippen.
Een voor een ontwaken zijn demonen. Het wachten in de dag en nacht verlichte vertrekhal begint aan hem te knagen. Wanneer Lucas terugkeert naar zijn onbeminde geboortegrond wordt een confrontatie onafwendbaar.
Herinneringen aan de stiekeme bezoeken bij Louis voeren Lucas terug naar zijn jeugd: het fatale auto-ongeluk waarbij zijn ouders omkwamen, de kille opvoeding door zijn grootvader, de liefde voor de trompet die hem nu lijkt te ontglippen.
Een voor een ontwaken zijn demonen. Het wachten in de dag en nacht verlichte vertrekhal begint aan hem te knagen. Wanneer Lucas terugkeert naar zijn onbeminde geboortegrond wordt een confrontatie onafwendbaar.