In de bloei van zijn leven was Edward Bloom een uitzonderlijke man. Er was niets dat hij niet kon en wat hij deed, deed hij goed. Hij liep het hardst van allemaal. Hij verzuimde nooit een dag van school, zelfs niet tijdens de ergste sneeuwstormen. Hij was een inspirerende verkoper die meer moppen kende dan wie ook. Tenminste dat is wat hij zijn zoon William vertelde.
William kent zijn vader eigenlijk niet goed want die was er nooit toen William opgroeide en als hij er was, ontweek hij serieuze vragen door sterke verhalen te vertellen of grappen te maken. Nu zijn vader op sterven ligt, tracht William aan de hand van heroïsche verhalen - waarin Edward Bloom als een bijna mythische figuur naar voren komt - een nieuw beeld van zijn vader te vormen.
Deze fantastische vertellingen worden afgewisseld met de gesprekken van William met zijn stervende vader. Gesprekken waarin William probeert zo oprecht mogelijk te zijn terwijl z'n vader niets anders doet dan grappen vertellen, want zegt hij "... als ik mijn twijfels met je zou delen over God, het leven, liefde en de dood, is uiteindelijk het enige wat je hebt een heleboel twijfels. Nu heb je in ieder geval een stel fantastische moppen."