Heelmeester begint in Zürich, in 1971, als Himmel Grünewald acht jaar oud is en met een scheikundig proefje zijn ouderlijk huis opblaast. Na zijn studie treedt Himmel in dienst bij zijn vader Karl, in de Grünewald-privékliniek. Himmel en zijn vader Karl zijn mensendokters die geloven dat er meer kan dan wat de farmaceutische industrie hun verkoopt. Zij willen helpen en genezen. Lange tijd gaat het goed, maar dan dreigt een verraderlijk geheim uit het verleden de kliniek, en de familie, fataal te worden.