In "Het bewijs" krijgen de broers een naam. De achtergebleven Lucas leidt een grauw leven, dat beheerst wordt door de gedachte aan zijn gevluchte broer Claus. Wanneer deze na lange tijd terugkeert, blijkt Lucas sinds zijn dertigste jaar spoorloos verdwenen te zijn. Alleen zijn achtergelaten schriften vormen het bewijs van zijn bestaan. Een bestaan dat de autoriteiten ernstig in twijfel trekken, want Lucas noch Claus komt in de registers voor.
"De derde leugen" plaatst de waarheden uit de twee eerdere verhalen in een geheel ander daglicht en drijft de lezer zelfs tot de vraag of de tweeling wel daadwerkelijk bestaat.