De zee komt op en trekt zich terug volgens regels die voor de meesten van ons een mysterie zijn. En dat mysterie is er niet voor niks, laat bekroond wetenschapsschrijver Hugh Aldersey-Williams zien. De lange zoektocht van de mens om het getij te doorgronden is een episch verhaal: van Aristoteles, van wie gezegd wordt dat hij verdronken is in zijn pogingen de Griekse getijden te begrijpen, via baanbrekende onderzoeken van Galilei en Newton naar de rol van de maan, tot de pogingen heden ten dage om het getij beter te begrijpen en zelfs te willen controleren. Aldersey-Williams neemt de lezer mee naar de meest memorabele verschijningsvormen van het fenomeen van eb en vloed. Hij bezoekt de Baai van Fundy in Nova Scotia, waar het getij het sterkst ter wereld is; arctisch Noorwegen, het thuis van een razende draaikolk, bekend als de maelstrom; en Venetië om te onderzoeken hoe deze stad de overstromingen, veroorzaakt door het beruchte acqua alta, tegenhoudt. Gedurende deze meeslepende ontdekkingsreis graaft Aldersey-Williams naar klassieke literaire verbeeldingen van eb en vloed, van Shakespeare tot Dickens, van Homerus tot Jules Verne. Zo vervlecht hij literatuur en folklore met eeuwen van wetenschappelijk denken om de macht en werking uit te leggen van een van de meest intrigerende, mysterieuze en elementaire krachten der natuur: het getij.
'