Als tegenhanger van het overheersend protestante geschrijf in de huidige Nederlandse letteren is Het hout een 'katholieke' roman. In een door kloosterlingen geleid jongenspensionaat vindt in de jaren vijftig van de vorige eeuw seksueel misbruik, sadisme en vernedering plaats. De roman geeft een cynisch beeld van de misdaden en de hypocrisie in de roomse kerk, die heden nog de verontwaardiging en frustratie oproepen van wie er het slachtoffer van zijn geweest.