Het is november 1890, en Londen zucht onder een barre winter. Sherlock Holmes en Dr. Watson drinken thee bij de haard als een geagiteerde heer zich onaangekondigd aandient bij het beroemde adres 221b Baker Street. Hij smeekt Holmes om hulp, omdat hij sinds enkele weken achtervolgd wordt door een dubieuze man met een litteken. Holmes en Watson besluiten op onderzoek uit te gaan, en belanden in een reeks bizarre en duistere avonturen, die te maken lijken te hebben met het Huis van Zijde, een volslagen onbekende plek, maar wel een die levensgevaarlijk is. Gevaarlijker dan het duo ooit meegemaakt.