Marco's oom Zola, een zeer kille en gewelddadige man, dwingt Marco en zijn familie te bedelen, te stelen en in te breken. Wanneer Marco ontdekt dat zijn familieleden een aanslag op hem beramen, is hij genoodzaakt te vluchten. Hij staat voor een schrijnend dilemma: moet hij zijn familie aangeven, zelfs zijn eigen vader? Maandenlang leeft hij van dag tot dag, totdat de handel en wandel van zijn familieleden hem dwingt om ingrijpende stappen te ondernemen. Op de afdeling Q zijn Carl Mørck en zijn collega's inmiddels diep doorgedrongen in de krochten van de criminele familie. Er ontvouwt zich een web van corruptie en zware misdaad, dat strekt tot over de landsgrenzen, tot diep in de Afrikaanse jungle.