New Orleans, 1778. De Spaanse boerenfamilie Serpas arriveert na een helse bootreis vanuit Europa in Louisiana. Daar nestelt zij zich met tientallen lotgenoten op ‘het laatste eiland’ in de delta van de Mississippi, op vele mijlen van de stad en de slavenplantages. De immigranten zonderen zich af in hun nieuwe wereld; ze weigeren Frans noch Engels te leren, en houden zich in leven met pelsjacht, visserij en smokkel. Maar ook in hun afgelegen nederzetting tussen de moerassen ontkomen ze niet aan oorlogen, overstromingen, rassenconflicten en orkanen. Enkele jongeren trekken naar het losbandige New Orleans, gelokt door de verleidingen van de vrije slavinnen, de stoomboten en de gokzalen. De meerderheid houdt het isolement twee eeuwen lang in stand. Tot de weersverwachting de zwaarste orkaan ooit aankondigt.
Het oog van de orkaan is een betoverende familiesage in het diepe zuiden, aan de rand van de geschiedenis van de Verenigde Staten.