Gil gaat na zijn eindexamen piano studeren aan het conservatorium. Tijdens de zomervakantie met een vriend herkent hij een lied op de radio en begint mee te zingen. Gil, altijd zo gesloten en gereserveerd, altijd binnensmonds pratend, diezelfde Gil zingt met een stem zo prachtig, rijk en vol dat de jongens allebei stomverbaasd zijn.
Op het conservatorium valt zijn stem op en hij wisselt de piano in voor zang. Hij is een briljante student en gaat een glansrijke carrière als operazanger tegemoet. We volgen de jonge tenor op zijn reizen, bij de repetities, in zijn zoektocht naar de juiste muziek.
Hoe is het om een succesvol operazanger te zijn? Hoe ziet zo’n leven eruit, dat niet alleen uit hoogtepunten kent, waarin tegenslag voor de buitenwereld niet zichtbaar is, maar wel degelijk zijn deel opeist?
Zoals in Boyhood, maar dan gevat in een roman, reist de lezer intens geboeid mee door het leven van de hoofdpersoon.
Op het conservatorium valt zijn stem op en hij wisselt de piano in voor zang. Hij is een briljante student en gaat een glansrijke carrière als operazanger tegemoet. We volgen de jonge tenor op zijn reizen, bij de repetities, in zijn zoektocht naar de juiste muziek.
Hoe is het om een succesvol operazanger te zijn? Hoe ziet zo’n leven eruit, dat niet alleen uit hoogtepunten kent, waarin tegenslag voor de buitenwereld niet zichtbaar is, maar wel degelijk zijn deel opeist?
Zoals in Boyhood, maar dan gevat in een roman, reist de lezer intens geboeid mee door het leven van de hoofdpersoon.