Dat resulteerde in dit boek over zijn tijd in het ziekenhuis, over reizen en literatuur. In negen heldere hoofdstukken laat Huff zien hoe het werk van bekende en minder bekende auteurs als John McGahern, Alejandro Zambra, Virginia Woolf en Gerbrand Bakker zijn wereldbeeld bepaalden. Hij betoogt dat het lezen van romans je empathische vermogens oefent, dat het je ontvankelijker maakt voor je omgeving, en dat het inzicht geeft in het verhaal van je eigen leven.
'Wie leest om aan zichzelf of de wereld te ontsnappen, is bij Philip Huff niet aan het juiste adres. Zijn essays herinneren je eraan dat literatuur het leven zelf is, en lezen een manier van ademen. Dit is een boek met een lichaam en een geest, en boven alles: een hart.' - Niña Weijers
'Huff toont zich ontvankelijk, schrijft intiem, en tast trefzeker: hij laat zien hoe leven en literatuur innig met elkaar verstrengeld zijn. Wie leest, leert leven, wie leeft, maakt verhalen.' - Bas Heijne