Een meeslepend verhaal en een schrijfcursus in één
Katinka wil schrijfster worden. De verhalen komen zomaar op in haar hoofd. Maar ze weet niet goed hoe ze ze op papier moet zetten. Daarom trekt ze op een dag de stoute schoenen aan en klopt aan bij haar overbuurvrouw Lidwien, een beroemd schrijfster. Lidwien wil Katinka wel schrijftips geven, in ruil voor hulp in de tuin.
Lidwien stelt Katinka allerlei vragen over wat lezen en schrijven voor haar betekent. Ze leert haar formuleren en vooral kijken, en Katinka schrijft en herschrijft haar leven. Want haar moeder is al jaren dood en haar vader is verliefd of heeft een midlifedinges. Of allebei.
Ondertussen hoort Katinka steeds meer over het leven van Lidwien, dat óók de moeite van het opschrijven waard is. En terwijl er een bijzondere vriendschap ontstaat, leert Katinka iets over het leven en schrijft ze per ongeluk een boek.
Wat Jostein Gaarder deed voor de filosofie, doet Annet Huizing voor het schrijverschap. In een bijzonder, ontroerend verhaal leert ze ook de lezer iets over het leven en over hoe je dat nou doet, een boek schrijven.