Bayard toont in dit speelse, erudiete en hilarische essay aan dat het allerminst noodzakelijk is een boek gelezen te hebben om er toch over te kunnen praten. Sterker nog, hij pleit ervoor het lezen te beperken tot het hoogst noodzakelijke. Het is onbegonnen werk, meent hij, alles te lezen wat voorhanden is en gelezen zou moeten worden. Daarbij illustreert de schrijver zijn betoog met vermakelijke voorbeelden uit het werk van onder anderen Montaigne, Balzac, Wilde, Valéry, Musil en Eco.