In Hun beloofde land vertelt Ian Buruma het verhaal van zijn grootouders Bernard Schlesinger en Winifred Regensburg, naar Engeland uitgeweken Duitse Joden. Hun levensverhaal is getekend door de beide wereldoorlogen. Hun liefde hield zestig jaar stand, hoewel de geliefden jaren van elkaar gescheiden waren. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende Schlesinger in België, in de Tweede moest hij naar India. Ze schreven elkaar brieven, bijkans dagelijks, waarin ze vertelden over hun dagelijks leven, maar ook over kunst, muziek en hoop. Die enorme hoeveelheid brieven is bewaard gebleven en vormt de basis van Buruma’s verhaal. Hun beloofde land is een eerbetoon van de kleinzoon en schrijver Buruma aan zijn grootouders, die erin geslaagd zijn hun familie met toewijding en liefde door twee wereldoorlogen te loodsen.