In Mechelen wordt het levenloze lichaam gevonden van een jonge allochtoon. Rechercheurs Mendonck en Deleu verdenken eerst een junkie en moslim-hater, maar dan gebeurt er een tweede moord. Nazri Bouad, evenmin een onbeschreven blad, is op dezelfde gruwelijke manier om het leven gebracht. Maar deze keer is er een boodschap. De moordenaar is het beu om het slachtoffer te zijn van allochtone boefjes en besluit een kruistocht, een persoonlijke intifada, te voeren om zijn stad te bevrijden van het 'crapuul'.
De boodschap lekt uit. Er komen relletjes van. De politie grijpt hardhandig in. De allochtone gemeenschap pikt hun optreden niet. Pers en politiek bemoeien zich met de zaak maar verliezen zich in oeverloze discussies waardoor de tegenstellingen alleen maar scherper worden en er twee kampen ontstaan. Morele waarden en normen vervagen en plat opportunisme voert de boventoon waardoor het smeulende conflict een uitslaande brand wordt die Mechelen, en bij uitbreiding heel België, in de as dreigt te leggen.
Mendonck en Deleu, die op eieren moeten lopen, proberen de lont uit het kruitvat te halen. Wanneer ze echter gaandeweg dichter bij de waarheid komen, worden ze met hun eigen demonen geconfronteerd en blijkt eens te meer dat niets is wat het lijkt.