Jane Eyre is als kind verwaarloosd en vernederd, maar geknakt is ze nooit. Na haar harde kostschooljaren vindt ze werk als gouvernante en ontdekt ze de liefde van haar leven: de duistere en sardonische meneer Rochester. Maar Rochester koestert een monsterlijk geheim, verborgen op de zolder van Thornfield Hall – een geheim dat de geliefden uit elkaar dreigt te drijven.