Kardinaal De Jong was fel gekant tegen het nationaalsocialisme en een criticaster van de bezettende macht van Nederland. Een biografie van een spraakmakende kerkvader. Van 1936 tot aan zijn overlijden stond Johannes de Jong (1885-1955) aan het hoofd van de Nederlandse rooms-katholieke kerk. Zijn benoeming tot aartsbisschop baarde veel opzien omdat deze onhandige, verlegen en slecht sprekende man niet de aangewezen persoon leek om de kerk te representeren. Hij bleek echter de ideale man om te getuigen over goed en kwaad. Van meet af aan keerde hij zich tegen het nationaalsocialisme en sprak hij zich scherp uit tegen de naziterreur. Ook droeg hij bij aan de vorming van een hechtere Nederlandse identiteit door de tegenstellingen tussen de katholieke en de protestantse kerken te verkleinen. Maar De Jong werd ook het symbool van het behoud in een tijd dat secularisatie en ontkerkelijking zich aandienden.