De Wurg, beter bekend als de ‘zwarte rovers’, zijn Kartaalmon binnengevallen. Tegelijk zijn uit het buurland Taris de legers de zee overgestoken. Samen dreigen ze het hele schiereiland aan zich te onderwerpen. In het Noorden maken de Hirita zich op ten strijde te trekken. Ondertussen is Frelik hersteld van zijn verwondingen. Hij wil terugkeren over de bergen om te proberen Miran te bevrijden van de Krakenvorst. En in een verborgen grot ontwaakt Alecia uit haar koortsachtige dromen. Ze wordt verpleegd door een groep volgelingen van de Almachtige. Eigenlijk wil ze helemaal niets meer met dat geloof te maken hebben …