Rob van Essen noteert persoonlijke herinneringen, beschouwingen en anekdotes over de decennia waarin hij opgroeide en beschrijft hoe de tijdgeest van invloed was op zijn levensloop. Opgroeien in de provincie, de wereldkampioenschappen voetbal, woningtypen als het rijtjeshuis en de galerijflat, melancholie en de onbetrouwbaarheid van het geheugen, het ontroerende van de architectuur van de wederopbouw, waarom iedereen links was, waarom het normaal (of zelfs goed) was om een uitkering te hebben of gestolen fietsen te kopen, de larmoyante muziek uit de jaren tachtig – in een mengeling van autobiografische en beschouwende passages overstijgt Van Essen de persoonlijke anekdotiek en laat hij zijn licht schijnen over een tijd die niemand onberoerd heeft gelaten.