Alaska 1920. Het jonge echtpaar Mabel en Jack heeft het moeilijk. Jack gaat gebukt onder de enorme hoeveelheid werk op de boerderij en het leven in zo'n onherbergzaam gebied. Zijn vrouw Mabel worstelt met het verdriet over het verlies van haar baby en met het feit dat ze geen kinderen meer kan krijgen. Bij de eerste sneeuwval van het seizoen maakt het echtpaar in een opwelling een kind van sneeuw. De volgende morgen is de sneeuwpop verdwenen, maar vangen ze een glimp op van een blond meisje dat door het bos rent. Het kleine meisje, dat zichzelf Faina noemt en zo uit een sprookje lijkt te zijn gewandeld, verovert al snel hun harten, en ze zien haar maar al te graag als hun dochter. Langzamerhand wordt Faina, een ontembaar meisje dat zich beter thuis voelt in de ruige natuur dan op hun boerderij, onderdeel van hun leven. Maar naarmate hun liefde voor haar groeit, neemt ook het besef toe dat zij hun hart kan breken.
Een prachtig en ontroerend boek met een bijzondere sfeer. Magisch en sprookjesachtig...
Het boek ademt het verdriet van Mabel en Jack over het verlies van hun baby en de onmacht om elkaar te bereiken. Gaandeweg komen ze toch weer dichter bij elkaar.
Ook bij dit boek heb ik meerdere malen een traantje geplengd tijdens het lezen.
Dit boek stond al heel lang op mijn reader en telkens koos ik hem niet. Het gaat over een van mijn favoriete sprookjes en dan ben ik toch bang dat het tegenvalt. Het valt in het geheel niet tegen. Het is een prachtig, klein verhaal over twee mensen die zichzelf en elkaar willen terugvinden in het onherbergzame maar prachtige Alaska. Het eerste jaar is ontzettend zwaar en, niet gewend aan onbaatzuchtige hulp als Mabel is, de buren zijn ingewikkeld. Maar ze zetten door en krijgen daarbij hulp van een handvol magie. Of toch niet? Of wel?