In dit boek draait alles om het Huis Wolfsblad, de spil van de macht in het wonderlijke land Hythria, dat door een boze macht van buiten wordt bedreigd, maar ook van binnenuit...
Zo laat de Hoogprins van Hythria, Lernen Wolfsblad, het goed afweten. Hij is alleen geïnteresseerd in zijn perverse genoegens, regeren boeit hem totaal niet. De hoge arrion van het Tovenaarscollectief, de tovenaar Kagan, een echte hellehond en Lernens persoonlijke adviseur, is de werkelijke heerser in Hythria. Al wat hij hoeft te doen om zijn positie te behouden, is zien te voorkomen dat Lernen wordt vermoord en de troon vrijkomt voor iemand die mogelijk nog dommer is dan de prins, en daar heeft Kagan zijn handen vol aan. Want in Hythria geldt: elke man voor zichzelf, elke familie voor zichzelf zelfs broers en zusters kunnen elkaar soms niet vertrouwen.
Dat ervaart ook Marla Wolfsblad die, vijftien jaar nog maar, ontdekt dat haar broer haar wil uithuwelijken aan koning Hablet van Fardhonya. Geplaagd door de nachtmerrie van dit toekomstbeeld begint Marla een wanhopige strijd om haar vrijheid te behouden, een gevecht waarbij ze met raad en daad wordt bijgestaan door haar lijfslaaf, de slimme dwerg Elezaar. Dan blijkt al snel dat er voor Marla geen weg terug meer is, dat te veel grenzen zijn overschreden en dat de enige weg die ze kan gaan naar een gruwelijk spannende finale leidt... '