Engeland, eind twintigste eeuw. Kathy is eenendertig en werkt op het platteland in een revalidatiekliniek. Ze heeft haar vriendschap met Ruth na jaren weer op kunnen pakken toen ze haar verzorger werd na een orgaandonatie. Ook haar oude jeugdliefde Tommy komt terug in haar leven. Gaandeweg wordt duidelijk dat de vrienden door hun gemeenschappelijke lot en afkomst een bijzondere band hebben – en dat achter hun idyllische jeugd een donkere werkelijkheid schuilgaat.