Het is wel erg late roem die de oude Eduard Saxberger krijgt voor de dichtbundel die hij vroeger heeft gepubliceerd. Maar de jonge man die bij hem aanbelt is zo enthousiast en vleiend dat Saxberger wel met hem mee moett gaan naar diens wekelijkse schrijverskring. De stellige aanbidding en de grote bevlogenheid van de nieuwe generatie slepen hem mee. De vlam wakkert op, hij voelt zich jong en gewaardeerd, totdat hem op een voordrachtavond iets pijnlijk duidelijk wordt: de jonge honden zijn alleen met zichzelf bezig en blijken zijn bundel niet eens te kennen. Hoe heeft hij zich zo in de maling kunnen laten nemen!