De zeventienjarige Adele is moederziel alleen in de verloskamer van het ziekenhuis aan het bevallen. De vader van haar kind zit in de gevangenis, en ook al heeft hij verlof gekregen, ze wil hem er niet bij hebben, en evenmin haar moeder en zus. Ze heeft van tevoren besloten de baby ter adoptie af te staan, in het besef dat zij het kind geen goed leven kan bieden – al begint de twijfel nu wel te knagen. Ze weet dat haar jonge leven hoe dan ook voor altijd zal veranderen. Dit moment is een afscheid, of een nieuwe start.
De dertigjarige Dora probeert al lange tijd zwanger te worden. Wat eerst een droom was, is inmiddels een obsessie, en om haar huwelijk te redden besluit ze een kind te adopteren. Maar ook hier is er geen zekerheid, en beide vrouwen zien zichzelf geconfronteerd met dezelfde vraag: wanneer ben je een moeder?