‘Het intiemste boek van Thomas Mann over Duitsland.’ – Marcel Reich-Ranicki
Weimar, 1816. In een deftig hotel arriveert een elegante dame op leeftijd: Hofrätin Charlotte Kestner-Buff, de Lotte op wie de jonge Goethe hartstochtelijk verliefd werd, en die model stond voor zijn wereldberoemde debuutroman Die Leiden des jungen Werthers. Charlotte, wier komst de stad in rep en roer brengt, gebruikt een bezoek aan bloedverwanten als voorwendsel om die beroemde jeugdvriend weer te zien. Als ze enkele dagen later bij hem te gast is, volgt een ontnuchtering. Mann, die Lotte in Weimar in 1939 schreef, houdt met deze roman Duitsland een spiegel voor en probeert via Goethe tegenwicht te bieden aan de Duitse romantiek, die zich met het nazisme in zijn zwartste gedaante openbaarde.