Matilda is briljant. Ze is een gevoelig meisje, dat geweldig goed kan leren. Maar haar vader en moeder behandelen haar als een onderkruipsel, niet als een dochter. Ze vinden haar maar een lastig persoontje, dat ze dulden totdat ze haar het huis uit kunnen jagen naar een ander deel van het land, of liever nog veel verder weg. Matilda kon praten als een volwassene toen ze anderhalf was, lezen met drie, en al vóór ze vijf jaar was, las ze boeken van wereldberoemde schrijvers als Dickens, Hemingway, Kipling en Steinbeck. En toch vinden haar ouders haar alleen maar een lastpost. Matilda besluit zich eens goed kwaad te maken. Ze bedenkt heel slimme straffen voor haar ouders. En als het hoofd van de school, de gruwelijke juffrouw Bulstronk, haar ook wil aanpakken, ontdekt Matilda dat ze iets kan wat niemand kan.