Krabat belandt als leerling op een molen diep in de sombere bossen van Bohemen. De molen blijkt een school voor zwarte kunst te zijn en de molenaar is Meester in de toverkunst. Twaalf knechten houdt hij gevangen, twaalf leerlingen. Weglopen is onmogelijk, want alle wegen lopen terug naar de molen. Krabat gaat de strijd aan.