Merel wordt van het dak van haar school geplukt. Waarom zat ze daar? Wilde ze springen?
Merel weigert erover te praten...
Haar leventje was prima - zij het een beetje eenzaam. Ze vond het heerlijk om thuis bij haar moeder te zitten, te lezen, naar de vogels te kijken en te dromen van vliegen. En school was te doen: ze haalde goede cijfers en hoefde zich met niemand te verhouden zolang ze haar lunchpauzes bij mevrouw Wexley, de schoolbibliothecaris, kon doorbrengen. Maar dan sterft mevrouw Wexley.
Langzaam maar zeker komt Merel erachter dat er een andere manier is waarop ze in contact kan komen met mensen... en toch zichzelf kan zijn. Een swingende manier.
Iedere stille puber - en iedereen die een stille puber is geweest - zal zich in Merel herkennen, met haar hopen dat ze haar vleugels vindt en juichen als ze uitvliegt.