Antwerpen, Zurenborg, 1904. Anna overhaalt haar Duitse minnaar Heinz om een huis te bouwen in de Cogels-Osylei. Architect Jos Bascourt krijgt de opdracht. De twee mannen werken samen aan het art-nouveauhuis, dat al snel de naam Morgenster krijgt. Tussen de zwierige krullen en ornamenten die stilaan vorm krijgen, meanderen ook de levens van de drie: Jos, die steeds meer voor Anna begint te voelen, Heinz, die blijft pendelen tussen Antwerpen en zijn thuisstad Hamburg, en Anna, die als vrouw haar weg zoekt in een wereld die nog steeds wordt gedomineerd door mannen.
Tegen de achtergrond van de belle époque, de broedkamer van de wereld zoals wij die kennen, vertelt Dirk Van Boxem in Morgenster een verhaal van persoonlijke emancipatie en maatschappelijke ontvoogding, en van de eeuwige strijd om de liefde.