In de nacht van zaterdag op zondag 1 februari 1953 werden de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden getroffen door een stormvloed die acht procent van Nederland onder water zette. In eerste instantie maakte men zich niet zoveel zorgen. Er waaide weliswaar een Noordnoord-westerstorm, maar een dergelijke dreiging had het gezin Strijen - dat in een boerderij in het dorpje Batternoord op Flakkee woonde - wel vaker meegemaakt. Maar tegen vier uur 's nachts brak de eerste dijk onder het donderende geweld van de zee.
Dat mocht nooit meer gebeuren. Er werd een plan bedacht en uitgewerkt: de Deltawerken. Ruim twintig jaar later naderen de Deltawerken hun voltooiing. De Oosterschelde is de enige zeearm die nog moet worden afgesloten. Maar niet iedereen is ervan overtuigd dat dit de enige oplossing is.