Het is 1665 en Jamaica is een kleine, afgelegen Engelse kolonie die wanhopig standhoudt tegen een omringende Spaanse overmacht. De hoofdstad Port Royal is een stad vol kroegen, boeven en hoeren. Je sterft er even snel door een dolksteek als door dysenterie. De ideale plek voor kapitein Hunter, een handige jonge duvel uitgerust met een aantrekkelijk uiterlijk, een scherp oog voor buitenkansjes en elastische mores. Hunters kans dient zich aan als een Spaans galjoen, zwaar beladen maar licht bemand, ligt te wachten op een escorte in de haven van een nabijgelegen eiland. Kapitein Hunter zeilt uit met een even veelzijdige als kleurrijke bemanning en zal, met goedkeuring van de gouverneur van Jamaica, het goudschip veroveren. Maar hij begeeft zich in gevaren die groter zijn en wateren die dieper zijn, dan hij ooit had kunnen vermoeden...