De zestienjarige Szu woont met haar moeder Amisa, in de jaren zeventig een beeldschone actrice, in een vervallen huis in de hitte en drukte van Singapore. Als Szu de rijke en zeer sarcastische Circe ontmoet, worden ze meteen beste vriendinnen. Voor Szu is de vriendschap een kans om te ontsnappen aan de verstikkende relatie met haar moeder, en Circe is op haar beurt gefascineerd door de mysterieuze beroemdheid Amisa. Zeventien jaar later zit Circe diep in de put, als ze op haar werk wordt gevraagd om mee te werken aan een remake van de jaren 70-cultfilm Ponti, de film waar Amisa ooit kortstondig beroemd mee is geworden. Circe zit opeens weer met haar gedachten bij de twee vrouwen uit haar verleden, en ze worstelt met een schuldgevoel dat ze al die tijd heeft weten te onderdrukken. Vanuit het perspectief van de drie vrouwen vertelt Ponti over vriendschap en herinnering, en hoe de beslissingen die je als tiener neemt consequenties kunnen hebben die pas jaren later duidelijk worden.