‘Hij zwijgt. Net als toen, toen hij me zag in mijn bruidsjurk. Alleen de blik die hij nu over mijn lichaam laat glijden, is anders. Heeft niets van verlegenheid. Eerder van medelijden. Ik zou willen dat hij me slaat. Liefst zo hard dat ik nooit meer wakker word.’
Ach, overal is wel eens wat. Jacqueline houdt van haar echtgenoot, al intimideert en manipuleert hij haar steeds vaker. Het ligt vast ook aan haar, want voor de buitenwereld is hij altijd heel voorkomend. Charmant zelfs. Straks zal het weer beter gaan: de zorg voor haar manisch-depressieve moeder slokt veel tijd op en Gijs heeft zijn ontslag nog niet verwerkt. Ze moet geduld hebben. En eigenlijk hebben ze het toch goed samen?
Maar zo simpel is het niet. Integendeel. Met de daad van een Franse naamgenote in gedachten, ziet Jacqueline in haar wanhoop uiteindelijk nog maar één uitweg. Hij moet dood.