Ik kom uit een rare familie.
'Ja,' zeggen mensen dan, 'ik ook.'
'Nee, echt raar,' houd ik vol.
'Die van mij ook,' is het antwoord. 'Ik zou je verhalen kunnen vertellen.'
Gelukkig kan ik iedereen aftroeven met één ding. Mijn naam.
Ik ben geboren in de familie Shakespeare. We woonden in Den Haag en heetten Shakespeare.
Katharine Shakespeare, een veertigjarige wetenschapsjournaliste, besluit in een bevlieging aan boord te gaan van een passagiersboot in het Noorweegse Bergen om zo de kerstdagen in Nederland te ontvluchten. Pas aan boord dringt het tot haar door dat het tijdens de twaalfdaagse trip naar Bergen-Kirkenes-Bergen vrijwel steeds donker zal zijn: het MS Midnatsol vaart tot ver boven de poolcirkel naar de Russische grens. Wanneer de maan opkomt of het noorderlicht verschijnt, vangt ze glimpen op van het prachtige Noorse kustlandschap, dat verder echter in duisternis gehuld blijft. Ook de passagiers vallen haar aanvankelijk tegen: niemand die zo interessant is als zijzelf. En haar eigen verhalen kent zij al veel te goed.
Dan bereikt Katharine het bericht dat haar oudste zus in Egypte iets ernstigs is overkomen. Het gezin Shakespaere heeft zich, na een weinig geslaagde kerstviering vorig jaar, dit keer over de aarde verspreid, en communiceert per e-mail en mobiele telefoon.
De vader, eens een bekend acteur, leidt inmiddels een teruggetrokken bestaan in een desolaat Frans kustplaatsje. Katharines oudere broer, net als de vader acteur en alcoholist, houdt hem daar tijdens de feestdagen gezelschap. De oudste broer werkt na zijn jongste relatiebreuk als kok op een schip dat Antarctica bevaart, waar het nu vierentwintig uur per dag licht is. En Katharines zus, als enige in het gezin getrouwd, moeder van drie kinderen en gelovig, maakt een reis langs religieuze trekpleisters in Israël en Egypte.
De verhoudingen binnen het gezin van de Shakespeares lijken vast te liggen in even heldere als onoverbrugbare tegenstellingen. Maar de gebeurtenissen in Egypte roepen herinneringen op aan kinderjaren in een rommelige Haagse etagewoning en confronteren Katharine met heftige, tegenstrijdige gevoelens voor haar broers en haar zus. Terwijl de passagiers op het schip steeds meer de functie van familie gaan vervullen, moet zij onder ogen zien dat zij haar zus veel verschuldigd is, maar die schuld nooit zal kunnen vereffenen
'Ja,' zeggen mensen dan, 'ik ook.'
'Nee, echt raar,' houd ik vol.
'Die van mij ook,' is het antwoord. 'Ik zou je verhalen kunnen vertellen.'
Gelukkig kan ik iedereen aftroeven met één ding. Mijn naam.
Ik ben geboren in de familie Shakespeare. We woonden in Den Haag en heetten Shakespeare.
Katharine Shakespeare, een veertigjarige wetenschapsjournaliste, besluit in een bevlieging aan boord te gaan van een passagiersboot in het Noorweegse Bergen om zo de kerstdagen in Nederland te ontvluchten. Pas aan boord dringt het tot haar door dat het tijdens de twaalfdaagse trip naar Bergen-Kirkenes-Bergen vrijwel steeds donker zal zijn: het MS Midnatsol vaart tot ver boven de poolcirkel naar de Russische grens. Wanneer de maan opkomt of het noorderlicht verschijnt, vangt ze glimpen op van het prachtige Noorse kustlandschap, dat verder echter in duisternis gehuld blijft. Ook de passagiers vallen haar aanvankelijk tegen: niemand die zo interessant is als zijzelf. En haar eigen verhalen kent zij al veel te goed.
Dan bereikt Katharine het bericht dat haar oudste zus in Egypte iets ernstigs is overkomen. Het gezin Shakespaere heeft zich, na een weinig geslaagde kerstviering vorig jaar, dit keer over de aarde verspreid, en communiceert per e-mail en mobiele telefoon.
De vader, eens een bekend acteur, leidt inmiddels een teruggetrokken bestaan in een desolaat Frans kustplaatsje. Katharines oudere broer, net als de vader acteur en alcoholist, houdt hem daar tijdens de feestdagen gezelschap. De oudste broer werkt na zijn jongste relatiebreuk als kok op een schip dat Antarctica bevaart, waar het nu vierentwintig uur per dag licht is. En Katharines zus, als enige in het gezin getrouwd, moeder van drie kinderen en gelovig, maakt een reis langs religieuze trekpleisters in Israël en Egypte.
De verhoudingen binnen het gezin van de Shakespeares lijken vast te liggen in even heldere als onoverbrugbare tegenstellingen. Maar de gebeurtenissen in Egypte roepen herinneringen op aan kinderjaren in een rommelige Haagse etagewoning en confronteren Katharine met heftige, tegenstrijdige gevoelens voor haar broers en haar zus. Terwijl de passagiers op het schip steeds meer de functie van familie gaan vervullen, moet zij onder ogen zien dat zij haar zus veel verschuldigd is, maar die schuld nooit zal kunnen vereffenen